maandag 20 oktober 2014

NICOLE BUCH IN DE BAJES


‘Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws,’ zegt Menno Buch. Hij zit aan het hoofd van de tafel in zijn achtertuin. Het is een heerlijk warme zondag, terwijl het toch pas eind maart is. Wij, de teamleden van Buch in de bajes, kijken hem muisstil en gespannen aan, vrezend voor wat komen gaat.

Menno is dan al een aantal jaar in gevecht met zijn duivelse ziekte en ‘slecht nieuws’ hangt continu als het zwaard van Damocles boven zijn en onze hoofden. Het zal niet de eerste keer zijn dat hij ons moet vertellen dat de kanker terug is en hij opnieuw geopereerd en/of bestraald moet worden. In mijn dagboek schreef ik een paar dagen eerder, nadat zijn vrouw Nicole ons via Whatsapp bijeen riep voor een ‘belangrijke mededeling’: “Misschien gaat het wel zo slecht dat we versneld een vierde serie op moeten nemen, deze zomer al.” Serie 3 lag helemaal klaar en zou op 17 april in première gaan. Normaal gesproken is de productieperiode in de winter, maar mogelijk is het een te groot risico om daar met serie 4 op te wachten.

FOUTE BOEL
‘Eerst het slechte nieuws,’ zegt Menno. ‘Het is weer foute boel. Maar nu echt. Ik heb niet lang meer te gaan. Acht weken denken ze.’ Verbijstering op onze gezichten. ‘En dan het goede nieuws: jullie gaan gewoon door. We waren van de week bij Erland (Galjaard, de baas van RTL4, EG) om afscheid te nemen en hij zei: “Maar er is toch nog een Buch? Laat Nicole Buch in de Bajes dan overnemen!” Dat is fantastisch toch?’
We zijn wel wat gewend met die Buch, maar dit gaat ons toch even iets te snel. We zijn nog volledig in shock van het slechte nieuws. Links en rechts vloeien er tranen. Menno gaat gewoon door in zijn enthousiasme. ‘Jullie gaan lekker naar Rotterdam. Weer terug naar de mannen. De grote stad! Knallen!’ Hij pakt er een vel papier bij en zegt: ‘Ik heb de opening al geschreven. Luister.’ En hij leest de voice-overteksten voor die hij alvast voor Nicole heeft geschreven en beschrijft de beelden die er bij te zien moeten zijn. Uiteraard gefilmd vanuit een “helicoptèèr”, zoals Menno het altijd uitsprak. Zelfs de muziek heeft hij er al bij uitgezocht. ‘Het wordt geweldig,’ glundert hij.
En daar had hij natuurlijk gelijk in. Het wórdt ook geweldig. Afgelopen woensdag onthulde Nicole, nadat we het ruim een half jaar lang stil hebben gehouden, in RTL Late Night dat zij het stokje van Menno over gaat nemen om zo “het Buch-gedachtengoed” voort te zetten. Een lawine van louter positieve reacties volgde. Iedereen vindt het ‘stoer’ van Nicole en heeft ‘respect voor haar kracht en lef.’ Terecht!

CONFRONTEREND
Met grotendeels hetzelfde team als waarmee we de drie series met Menno maakten, verkassen we begin november naar Rotterdam om een aantal maanden lang onderdeel te worden van het dagelijks leven in de gevangenis aldaar. En om daar uiteraard op de vertrouwde manier indringende televisie over te maken. Het zal heel raar en confronterend zijn om daar zonder Menno te zijn. Maar eigenlijk is hij er ook weer wél bij; inmiddels weten we door onze jarenlange samenwerking dondersgoed wat hij wel en niet in het programma vindt horen en wat de stijl en uitstraling moeten zijn. Vanuit dat gedachtengoed gaan we Nicole ten volle ondersteunen en er met z’n allen wederom een prachtige serie van maken, geheel in Menno’s stijl.
Een paar dagen na die bizarre zondagochtend in de tuin bij Menno en Nicole staat TNT Post bij me voor de deur met een pakketje. Twee schoenendozen en een kaartje, van Menno. “Kijk! Dit is echt iets voor jou! Toch?” Twee paar prachtige schoenen; Menno en ik hadden dezelfde maat.
Niet alleen ik, we gaan met het hele team in zijn schoenen staan. In zijn voetsporen treden. Zijn pad volgen. Voorjaar 2015 kan iedereen zien of het gelukt is. Correctie: dát het gelukt is.

 

 

zondag 7 september 2014

SLIM BEZIG



Sinds twee maanden hou ik me bij Vorst Media, het productiebedrijf van Peter van der Vorst, bezig met het maken van SlimmerIQen, een programma waarin 16 hoogbegaafden van alle leeftijden tegen elkaar gaan strijden om de titel ‘SlimmerIQ 2014’. Op een tv-oproep van Peter, die het programma zelf gaat presenteren, kwamen maar liefst 1600 aanmeldingen binnen. Zij moesten een online test maken en gisteren kwamen de 200 met de beste score bijeen in het Tropenmuseum in Amsterdam voor de grote SlimmerIQen selectiedag.

Samen met redacteuren Remco en Yvette nam ik al die 1600 aanmeldingsformulieren door, en nadat we de uitslagen van de online tests binnenkregen, hebben we ons speciaal gefocust op de kandidaten met de hoogste scores. Remco en Yvette hebben ze vrijwel allemaal aan de telefoon gehad, wat boeiende, ontroerende, grappige en soms aangrijpende verhalen opleverde. SlimmerIQen is namelijk niet alleen een quiz of intelligentiewedstrijd, we gaan ook portretten van de deelnemers maken. Aan hoge intelligentie kleven voor-, maar ook nadelen. Een andere manier van denken stuit op veel onbegrip. Wij hopen met dit programma wat van dat onbegrip weg te nemen. Uiteraard willen we de kijker vooral ook laten genieten van excellente prestaties. Onze maatschappij is sterk gericht op fysieke uitblinkers: een substantieel percentage van het aanbod van onze media richt zich op sport. Op uitblinkers in intelligentie wordt vaak met argwaan (en verholen afgunst) gereageerd. Dat verschil uit zich al op scholen, waar de sterksten en snelsten bewonderd worden en de leerlingen met de hoogste cijfers gepest. Wie veel doelpunten scoort, is een held. Wie negens en tienen haalt, is een uitslover of een nerd.  Veel hoogbegaafde kinderen presteren bewust ver beneden hun niveau uit angst op te vallen en negatieve aandacht te trekken. Wat een verspilling van talent!

DICHTGEKNEPEN STROT

In SlimmerIQen mogen ze los gaan. Wij gaan intelligentie op een voetstuk zetten. Nederland wil een kenniseconomie zijn, laten we die kennis dan ook op alle mogelijke manieren koesteren. Gelukkig gebeurt dat in toenemende mate: De Slimste Mens op Nederland 2 heeft deze zomer onder de bezielende leiding van mijn collega-eindredacteur Harm-Jan Kinkhorst weer fantastisch gescoord. Bij De Slimste Mens moeten de kandidaten in eerste instantie bekend zijn en in tweede instantie slim. Bij SlimmerIQen gaat het er alleen maar om dat ze slim zijn. Maar dan ook wel héél slim. 200 van die mensen hebben gisteren in het Tropenmuseum een klassikale test gemaakt, en de top 40 heeft een spreekbeurt of presentatie gehouden over een zelfgekozen onderwerp. Samen met Corné van Iersel, de voorzitter van hoogbegaafdenvereniging Mensa, en Dolores Leeuwin, presentatrice van Het Klokhuis en ook hoogbegaafd, mocht ik deze 40 optredens jureren. Een feest om te doen! We werden verrast, we hebben gelachen, we hebben met dichtgeknepen strot gezeten en op sommige momenten konden we er geen touw aan vastknopen omdat het ons boven de pet ging. Maar het was altijd fascinerend.


LITTLE MAN TATE

Aan het eind van de dag leverden de scores van de online en de klassikale test en de punten voor de speeches bij elkaar opgeteld 16 bijzondere kandidaten op, in leeftijd variërend van 10 tot 77, met wie we de komende twee maanden mooie televisie gaan maken. Met als motto een quote uit de prachtige film Little Man Tate van en met Jodie Foster, over een alleenstaande serveerster en haar hoogbegaafde zoontje Fred:  het gaat er niet om hoe intelligent je bent, het gaat erom wat je ermee doet! Hoogbegaafd zijn wil zeggen dat je tot de 2,5% van de Nederlandse bevolking met het hoogste IQ behoort. Maar met dat statistische gegeven alleen win je SlimmerIQen niet. Hoe dan wel, dat zie je vanaf zondag 23 november op RTL4, rond de klok van half 10.



zondag 13 juli 2014

MENNO IS ER NIET MEER

Foto: Gerard Tjeerdsma
 
Tijdens de opnamen van Buch in de bajes: Vrouwengevangenis werden we op de Extra Zorgafdeling onder meer geconfronteerd met Hannie (niet haar echte naam), een vrouw van in de 40 met lang sluik haar waarachter ze zich voortdurend verschool, een tikje plomp en slonzig, en zichtbaar zwakbegaafd. Hannie wekte van een kilometer afstand medelijden op, ook omdat ze onbenaderbaar en schichtig was. Ze deed me denken aan een bij zijn gewelddadige baas weggehaald hondje dat weggekropen achterin zijn hok in het asiel zit te bibberen.


Maar Hannie zat wel in de gevangenis, en nog voor een gruwelijke moord ook. Het was duidelijk dat dit beschadigde wezen uit angst en zelfbehoud levensgevaarlijk kon uithalen. Menno en ik waren direct gefascineerd door deze vrouw: wat was haar verhaal? Op een dag tijdens ons maandenlange verblijf in vrouwenbajes Ter Peel vertelde onze steun en toeverlaat Pascale van Humanitas dat ze een afspraak had met Hannie, of we niet mee wilden. Ze ging het met haar over de bezoekregeling met haar jongste zoon hebben. Hannie, zo vertelde Pascale, had zes kinderen, stuk voor stuk van een andere man. Alleen met haar jongste had ze contact: eens in de maand kwam hij op bezoek, en dan werd hij gehaald en gebracht door vrijwilligers van Humanitas. Al die mannen in haar leven hadden Hannie behandeld als oud vuil, misbruikt, mishandeld, geterroriseerd, en haar eigenwaarde was onmeetbaar ver beneden het nulpunt gedaald. Ze wantrouwde alles en iedereen en was vrijwel onbenaderbaar. Maar Pascale was tot haar doorgedrongen en nu wilde ze proberen of Hannie misschien openstond voor een voorzichtige kennismaking met Menno.

FOTO MET HANDTEKENING
We zaten in de gemeenschappelijke ruimte van de Extra Zorgafdeling, waar een 20-tal houten stoelen in een halve kring stonden. Ik ging vrijwel uit het zicht aan een tafel in de open keuken zitten, en Menno op een van de stoelen. Pascale haalde Hannie uit haar cel en vroeg haar of ze het goed vond dat Menno bij het gesprek aanwezig was. Dat vond ze goed. Ze gaf Menno een hand en Menno zei: ‘Ik ben meegekomen omdat ik heel erg in je geïnteresseerd ben. Maar ik ga helemaal daar aan de andere kant zitten en ik zeg niks.” Ze knikte instemmend en zei bijna onverstaanbaar tegen Pascale: ‘Ik ben mijn stem kwijt, heb teveel gerookt.’
Menno stond op, liep naar haar toe en zei: ‘Sorry, maar dan wil ik je toch wat zeggen.’ Hij knoopte zijn boord los en liet haar de operatielittekens in zijn hals zien. ‘Dit is wat er met je gebeurt als je teveel rookt. En dat wil ik niet. Ik wil niet dat jou dat gebeurt.’ Ze keek hem met grote ogen aan en begon toen te lachen. En ze fluisterde: ‘Mag ik een foto met handtekening van u?’ ‘Tuurlijk,’ zei Menno, ‘gaan we meteen regelen.’
Ik sprong op, liep naar het kantoor van de bewaarders en belde de redactie of ze meteen een foto van Menno konden komen brengen. De aanwezige bewaarders vielen van hun stoel. ‘Vraagt ze om een foto met handtekening? Onvoorstelbaar!’
Instinctief vertrouwde Hannie Menno. Een zwaar beschadigde vrouw, bang voor alles en iedereen, maar niet voor die man van de televisie. Uiteindelijk hebben we geen gesprek van Menno met haar gefilmd, want dat ging haar toch een stap te ver. Menno drong niet aan. Menno drong nooit aan. Als je niet wilde, respecteerde hij dat. Zo hebben wij samen heel wat gedetineerden gesproken die uiteindelijk nooit in Buch in de bajes te zien zijn geweest. In hen stak Menno net zoveel energie als in degenen die wel werden gefilmd, althans: als hij vond dat ze dat verdienden of nodig hadden.

ZES KNOEPERDS VAN FOUTEN
Ik vertel dit omdat in de landelijke dagbladen deze week in de necrologieën van Menno weer veelvuldig werd gerefereerd aan de bakken met stront die over Menno zijn uitgestort toen hij Sex voor de Buch maakte. Menno zou mensen uitbuiten en misbruik maken van hun overduidelijke beperkte verstandelijke vermogens. Ik ben er destijds niet bij geweest - ik ken Menno pas sinds we begin 2012 aan Buch in de bajes begonnen - maar als dat echt zo zou zijn geweest, dan moet Menno in de tussenliggende jaren een soort persoonlijkheidstransplantatie hebben ondergaan. Toch vond NRC Handelsblad het nodig om boven hun stukje over zijn overlijden deze week te zetten ‘Verguisde maker van seks-tv’. Terwijl ze ook hadden kunnen schrijven: ‘Gevierde maker van gevangenis-tv.’ Maar blijkbaar vond het deftigste dagblad van ons land dat teveel eer.
Overigens wist de scribent van het stukje wel zes knoeperds van fouten in amper 200 woorden te proppen. ‘In 2012 werd bij Buch halskanker geconstateerd.’ Nee, het was 2010 (fout 1), en het was tongkanker (fout 2). ‘Zijn grootste televisiesucces boekte hij met Sex voor de Buch.’  Ook niet waar, Sex voor de Buch scoorde rond de miljoen kijkers; Buch in de bajes haalde een gemiddelde van 1,3 miljoen kijkers (fout 3). ‘In 2012 begon hij met Buch in de bajes. Vorig jaar kwam er een vervolg met een serie over de grootste vrouwengevangenis van Nederland.’ Nee, die vrouwenserie was dit jaar (fout 4), het vervolg vorig jaar was in de PI Vught (fout 5). En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat ze het hebben over ‘de debat over Sex voor de Buch’. (fout 6).
Ziedaar de kwaliteitskrant van Nederland. 


PRACHTIGE PLANNEN
Maar goed, waar wind ik me over op. Menno is er niet meer. 3000 mensen hebben het online condoleanceregister getekend, 630.000 mensen keken donderdagavond naar de herhaling van het interview dat Peter van der Vorst begin dit jaar met hem had. Menno was geliefd, en de prachtige plannen die nog op de plank lagen voor de komende jaren hadden hem ongetwijfeld nog veel meer succes en bijval opgeleverd. Hij liet mij zijn programma-ideeën altijd taalkundig corrigeren, en ik heb er heel wat de revue zien passeren. Van één daarvan hebben we vorige maand zelfs nog een pilot gemaakt, waar hij zelf, toen al ernstig verzwakt, nog bij was. Het was de laatste keer dat ik hem heb gezien. Daarna hadden we alleen nog contact via sms en whatsapp. Vaak ging dat over muziek, onze gedeelde passie. ‘Elbow! Ken je Elbow?’  sms’te hij me een week voor zijn dood. ‘Da’s ook toevallig!,’ antwoordde ik, ‘de muziek die ik in de pilot heb gebruikt is van Elbow!’ Menno: ‘Hoe bestaat het! Moet je nagaan hoe we aan elkaar verklonken zitten!! Bizar!’
‘Aan elkaar verklonken zitten.’ Het is geen goed Nederlands, maar het zijn wel de mooiste woorden die hij me in zijn laatste sms had kunnen sturen…

 

 

 
 

maandag 2 juni 2014

TRAUMA OF TONEELSTUKJE?

Ook de meest meedogenloze types zijn ooit onschuldige kinderen geweest. Zelfs de boze fee uit het grimmige sprookje De schone slaapster. De Disneyfilm Maleficent, die afgelopen week in de Nederlandse bioscopen in première ging, laat zien dat zelfs dat kreng van een heks het ook niet kan helpen dat ze zo is geworden. Jeugdtrauma’s, hè.

Maleficent - ofwel 'boosaardig', zo heet die stiefmoeder (gespeeld door Angelina Jolie) - was ooit een lieftallig feetje, dat verkering had met ene Stefan. Dit vriendje deinst er echter niet voor terug om als hij daarmee de macht kan grijpen, de vleugels van zijn jeugdliefde af te snijden. Aldus schopt hij het tot koning en schenkt een andere vrouw, o wreed lot, hem ook nog eens een beeldschone dochter: Aurora alias Doornroosje. Kun je het Maleficent dan kwalijk nemen dat zij wraak neemt op dat loeder? Dat zijn toch verzachtende omstandigheden, meneer de rechter?

GLOEIENDE WOEDE
Ik heb bij het maken van Buch in de bajes geleerd dat een essentieel verschil tussen mannen en vrouwen in detentie is: vrouwen hebben bijna altijd een ‘verhaal’.  Een traumatisch verleden waardoor je iets hebt van: o god, nou begrijp ik het, geen wonder, het arme kind. Veel gedetineerde mannen zullen het vast ook zwaar gehad hebben, maar je hoort ze er niet over. Of hooguit op een heel andere toon. Legendarisch was in de tweede serie in Vught de angstaanjagende Ben, die Menno vertelde dat hij het enig vond om bij junks die niet wilden betalen de liezen door te snijden zodat ze leegbloedden. Hoe begint zoiets?, vroeg Menno, en zo kwam bijna terloops het verhaal van zijn jeugd eruit, met een vader die hem met de riem aftuigde en zijn zusjes seksueel misbruikte, terwijl zijn moeder grijnzend stond toe te kijken. Maar hij vertelde het met een bravoure waardoor hij er eerder trots op leek dat hij dat allemaal had meegemaakt en doorstaan.

Bij vrouwen gaat dat compleet anders. Die vertellen met trillende onderlip over hoe zij slachtoffer waren van allerlei ongure types, van een vader die zijn handen niet thuis kon houden tot een vriendje dat zich ontpopte tot een gewetenloze loverboy. Die om de macht te kunnen grijpen er geen enkele moeite mee had om haar van haar vrijheid en haar onbedorvenheid te beroven. Haar vleugels af te snijden, in wezen.
Als een gedetineerde dame dergelijke dramatische verhalen aan Menno toevertrouwt, roept dat bij de toeschouwers zeer uiteenlopende reacties op. Dat blijkt ook uit de reacties op internet. De een wordt tot in het diepst van zijn ziel geraakt door al die ellende en voelt een gloeiende woede opkomen jegens de daders; de ander wordt ook boos, maar dan op de vrouw die het verhaal vertelt, die het is ‘overkomen’. Men wordt boos omdat ze zich zo makkelijk en comfortabel wentelt in de slachtofferrol en geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen (mis)daden. Ik citeer nu, hè, want ik ben natuurlijk zo’n softie uit de eerste categorie van meejankers.

MERG EN BEEN
Maar ik kan dat ook niet helpen, eveneens vanwege een jeugdtrauma dat ik al sinds mijn geboorte met me meedraag. Ik ben namelijk een jongetje. Een man inmiddels. En mannen zijn totaal niet opgewassen tegen die pruilende poppetjes met opwellende tranen in hun ogen. Terwijl het in voornoemde tweede categorie, de ‘verontwaardigden’, altijd vrouwen betreft. Vrouwen kunnen ziedend worden als een andere vrouw haar sterkste troef inzet: de rol van het zwakke geslacht aannemen. Die zien dat als verraad aan de strijd voor gelijkwaardigheid, voor weerbaarheid, de strijd om serieus genomen te worden. Zeker als het ze nog lukt ook en ze zien mannen aangeslagen naar het "toneelstukje" (vinden zij) van diepe gekwetstheid zitten kijken en luisteren.
Afgelopen donderdag echter verstomde elke vorm van verontwaardiging bij de een na laatste aflevering van Buch in de bajes: Vrouwengevangenis. Die was zo diep tragisch dat vrijwel alle ruim 1,1 miljoen kijkers zwaar onder de indruk waren. Een paar van de vele reacties op Twitter:

- Pfoe, deze Buch in de bajes ging echt door merg en been.

- Hier krijg ik ’t nou ijskoud van. Hartverscheurend.

- Man man man, wat is dít een heftige aflevering.

- Ik zit jankend op de bank.

En deze, die slechts 1 van de 140 beschikbare Twitterwoorden nodig had, maar daarmee alles zei:

- Slik…

Overigens afkomstig van een vrouw. 






zondag 4 mei 2014

MIJN HART DRAAIT OM

Inmiddels zijn 3 van de 8 afleveringen van de derde serie Buch in de Bajes uitgezonden, en opnieuw levert het weer een lawine aan reacties op Twitter op. De reageerders vallen in twee kampen uiteen: zij die empathie voelen voor de vrouwen in vrouwengevangenis Ter Peel en zij die ondanks de heftige verhalen de gedetineerden rücksichtlos wegzetten. Een greep uit beiden…

Eerst de empathische kant: 
‘Die vrouwengevangenis zit vol met slachtoffers, wat een ellendig leven...’ 
‘Zit gewoon met knoop in de maag, wat heftig en herkenbaar, maar zo mooi respectvol neergezet .’ 
‘Pfff wat zit er een boel ellende achter de gesloten deuren van NL.’ 
‘Dat de scheidslijn tussen 'pech' en 'geluk' flinterdun is bewijst #buchindebajes’ 
‘Wat een schrijnende gevallen in #buchindebajes. Die vrouwen zijn slachtoffers, geen criminelen, mijn hart draait om. En zo integer gemaakt!’
‘Oh meiske toch.. heb echt medelijden met haar.’ 
‘Men roept vaak blind om zwaardere straffen, maar men is empathisch zodra men een gezicht kan zien.’

STELLETJE DEBIELEN
Dat laatste is niet zo vanzelfsprekend als de Twitteraar in kwestie denkt…
 Gadverdamme wat zit ik vol walging te kijken naar deze aflevering van #buchindebajes. Al die chicks geven anderen de schuld van hun shit.’ 
‘Ik kan niet tegen die smoes: ik heb een slecht leven gehad! Bah bah je bent er zelf ook bij!! En je kan zelf keuzes maken!!’
‘Ik heb ook een triest verhaal in mijn rugzak, maar dan ga ik nog de criminaliteit niet in.’ 
‘Stelletje debielen bij #buchindebajes . Praten hun misdaden allemaal goed en het is allemaal de schuld van anderen.’ 
‘Ik snap niet dat onze belastinggeld daar aan verspild wordt. Opsluiten en sleutel weg gooien.’

Ik vind het ongelofelijk dat je zo tekeer kan gaan over vrouwen die op hun 12e op straat zijn geschopt en in handen zijn gevallen van meedogenloze loverboys of die op hun 13e moeder zijn geworden omdat ze verkracht zijn door hun stiefvader. Gelukkig is de meerderheid het met me eens…

‘Als ik zo'n achtergrond zou hebben als die dames, was ik ook allang crimineel.’
‘Heftige verhalen bij Menno keer op keer. Vaak begint de ellende bij een slechte thuis situatie als ze heel jong zijn.’
‘Wat een trieste verhalen bij #buchindebajes. Laat weer zien hoe bepalend je jeugd kan zijn voor de rest van je leven...’
‘Soms hebben mensen vanaf dag 1 geen eerlijke kans gehad. En daar hoort geen 'ja maar' achter.’
‘Enorm heftig om te zien hoe mensen op jonge leeftijd beschadigd raken en de gevolgen hiervan levenslang ondervinden.’
‘Treurige verhalen van de gevolgen van misbruik in #buchindebajes Kapotgemaakt als kind door zogenaamde ouders. Word er echt boos van...’

WAT EEN VERDRIET
Wij als makers zijn ook regelmatig boos en aangeslagen geweest bij het maken van deze serie. Er is veel respect voor Menno hoe hij daarmee omgaat…

‘Knap dat Menno al deze heftige verhalen maar met zich mee kan dragen aangezien dit niet zijn werk is.’ 
‘Wat een heftige verhalen! #MennoBuch leeft oprecht mee en stelt kritische vragen, #klasse!’
@mennobuch Complimenten voor je aanpak in #buchindebajes. Mooi en integer gemaakt zonder belerend te zijn of dominee te spelen.’
‘Zoveel ontspoorde mensen. Wat een verdriet. In en in triest. Goed geïnterviewd door #buchindebajes. En respect voor de medewerkers.’

Dat laatste is ook mooi, dat de medewerkers van PI Ter Peel, die ons toch maandenlang op hun werkvloer hebben geduld, terechte lof toegezwaaid krijgen.
Zo ontzettend veel respect voor alle mensen die werken in een gevangenis.’

STIL, BLIJ EN TROTS
In de laatste aflevering kreeg dat personeel een gezicht – een mooi, open gezicht overigens – middels Nancy, de PIW’ster die bij het interview met Yvonne (“Ik ben niet gek Menno, ik ben gewoon beschadigd, maar dat is heel iets anders als gek!”) zat om haar protégée te ondersteunen. Eén van de tweets over haar: 
‘Ik vind die blonde "zuster" ook wel heel leuk en lief.’

Deze blonde "zuster" Nancy stuurde me na de aflevering waarin zij te zien en te horen was, een berichtje: Top, top, top was het ....ontzettend mooi hoe jullie het allemaal maken ....zo echt, puur, integer; complimenten hoor, echt!!!
Dat iemand die daar al jaren werkt, die weet hoe het er elke dag in de vrouwengevangenis aan toe gaat, die fantastisch is in haar vak, die weet hoe kwetsbaar die vrouwen op haar Extra Zorg afdeling zijn, zo’n berichtje stuurt, ja…  daar word ik heel stil, blij en trots van.

Buch in de bajes: Vrouwengevangenis, elke donderdag om 21.30 u, RTL4



zondag 12 januari 2014

DE MEESTE DROMEN KOMEN UIT


 
Onder oorverdovend gejuich betraden de leden van Drukwerk op 1 januari 1984 het podium van Het Dorpshuis in Ruinerwold. In een waas hobbelde ik erachteraan. 800 man scandeerden ‘Harry! Harry! Harry!’ De keyboards  stonden links vooraan op het podium, ik keek even vluchtig de stampvolle, halfduistere zaal in. Snel sloeg ik de multomap met accoordenschema’s open; bij elk lied stond het nummertje van de preset van de Roland Juno 60 synthesizer die ik moest kiezen om het juiste geluid te krijgen. ‘Wat dom’: preset 13. Dat liedje moest ik beginnen, wist ik. Ik drukte met mijn linkerpink en -duim de twee laagste A’s in. Een diep, ronkend basgeluid vulde de zaal. Ik had mijn eerste tonen voortgebracht.

Harry zong: ‘Ik dacht: ik ben gelukkig, maar draaide ik me om, zonder na te denken, ik liet je alleen…’  Ik had zelfs nog de tegenwoordigheid van geest om in de microfoon ‘Wat dom!’ te roepen, tegelijk met de andere bandleden. We waren vertrokken! Maar godsamme, Drukwerk speelde drie sets op een avond! Twee van drie kwartier en één van een half uur. Ik had nog een stuk of 30 nummers voor de boeg. ‘Wat dom’ kende ik wel, dat was een dikke hit geweest. Maar hoe kwam ik door de rest heen?
MASSALE AUDITIE
‘Wat dom’ eindigde met de zin:  ‘Wat doe ik mezelf toch aan?’ Ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden. Maar toen deed Slinger iets briljants. Hij zei tegen de zaal: ‘Gelukkig nieuwjaar, Ruinerwold! Jullie hebben mazzel, want wat hier vanavond op het podium gebeurt is nog nooit vertoond. Dat daar (hij wees op mij) is Edwin. Hij wil onze nieuwe toetsenist worden. Jullie hebben hem nog nooit horen spelen. Nou, ik heb nieuws voor jullie: wij ook niet. We hebben geen idee of hij er wat van kan. We hebben hem een paar dagen geleden voor het eerst ontmoet. En dan kan je wel in een keldertje ergens gaan repeteren, maar dit is toch veel leuker, met jullie allemaal erbij. Dus dit wordt een unieke avond vanavond. Laat aan het eind van de avond maar weten of hij mag blijven.’ Moet je nagaan, we hebben het over een band die inmiddels een stuk of 6 Top 40-hits achter elkaar had gescoord, die door heel Nederland volle zalen trok en die elke 14 dagen wel in een of ander tv-programma te zien was. 800 man hadden een kaartje gekocht en in plaats van dat ze zich de hele avond af zouden vragen waarom het zo verrot klonk, maakte Harry er een belevenis van. Zij waren erbij, zij maakten iets mee wat elke fan buiten die zaal op die avond niet mee zou maken. Ook de 1200 man in Coevorden, waar 4 dagen later het volgende optreden plaatsvond, niet. In plaats van net te doen of er niets aan de hand was en stiekem te hopen dat de schade zoveel mogelijk beperkt zou blijven, maakte Harry er gewoon een openbare auditie van.
 


UITVERKOCHT CARRÉ

Door het zo om te draaien, haalde de man met het rode petje de druk van de ketel en werd het een geweldige avond. Het ging verbazingwekkend goed. En die ene keer dat ik geen idee had dat het mijn beurt was voor een solo, gingen gitarist Ton en bassist Hans op de grond zitten met hun rug tegen hun versterkers aan, en bleven net zolang hetzelfde accoordenschema doorspelen totdat bij mij het kwartje viel en ik er alsnog een solo uit perste.  ‘Ja, hij is wakker!’, riep Harry in zijn microfoon. De zaal vond het prachtig en aan het eind van de avond was iedereen alweer vergeten dat ze mochten meestemmen of ik mocht blijven.

Ik bleef. Bijna vijf jaar lang. Nog datzelfde jaar stond ik in Toppop, (Godzijdank nog net in het laatste seizoen met de enige, echte Ad Visser.  Je moet er toch niet aan denken dat eindelijk je droom in vervulling gaat en dat je dan wordt aangekondigd door Krijn Torringa!) en in nog minstens 15 andere tv-programma’s.  Nog datzelfde jaar namen we de vierde Drukwerk-elpee ‘Ho stil wacht stop!’ op, waarop 8 van de 12 liedjes van mijn hand waren. Eén daarvan werd als eerste single uitgebracht en meteen Alarmschijf bij het toen nog allesbepalende Veronica. Nog datzelfde jaar kochten we een grachtenpand op de hoek van de Singel en de Brouwersgracht, en openden we Café Drukwerk. In de kelder zat onze repetitieruimte, op één hoog ons kantoor. Harry woonde op twee hoog en ik op drie hoog, met uitzicht over de Sonestakoepel en het Centraal Station. Een wereldstek! Nog datzelfde jaar stonden we in een uitverkocht Carré, waar Veronica opnamen maakte voor een tv-special . Nog datzelfde jaar wonnen we een Edison. Het hield gewoon niet op.

NIKS VOOR MIJ
En het allerbelangrijkste: nog datzelfde jaar werd ik verliefd op een meisje van onze platenmaatschappij EMI. Straks op 14-4-14 zijn we 30 jaar bij elkaar. Doordat zij mij bij een concert van Hazes voorstelde aan de hoofdredacteur van de Hitkrant, werd ik in 1988 aangenomen als eindredacteur van dat toen nog toonaangevende muziekblad. Weer een jeugddroom in vervulling. Een aantal jaar daarna begon de uitgever van Hitkrant een tv-productiemaatschappij (D&D Producties), en nam mij mee. Zo ging het maar door. Alles door dat ene advertentietje in de krant.
 

En het bizarre is, als er in die advertentie had gestaan ‘Drukwerk zoekt toetsenist’ in plaats van ‘Topband zoekt toetsenist’, dan had ik niet gereageerd. Dan was dit allemaal niet gebeurd. Dan stond ik nu misschien wel voor de klas. Dan had ik gedacht: Drukwerk, dat is toch niks voor mij. Dat was nog wel de grootste les, 30 jaar geleden: als je je dromen wilt vervullen, leer dan eerst over je eigen ego heen te stappen. En durf in het diepe te springen. Ik ben daar nooit meer mee opgehouden. Het is een cliché, en dus waar: het is beter spijt te hebben van de dingen die je gedaan hebt dan van de dingen die je niet gedaan hebt…

 

 

 

 

 

 

 

 

zondag 5 januari 2014

DUIZEND DODEN IN DRENTHE


Deze week was het 30 jaar geleden dat ik voor het eerst met Drukwerk optrad, in een tot de nok gevulde zaal in het Drentse dorp Ruinerwold. Op 27 december 1983 maakte ik kennis met de leden van in die tijd één van de bestlopende, populairste bands van Nederland; vijf dagen later stond ik met ze op een podium terwijl we nog nooit hadden gerepeteerd of samengespeeld. Het moment dat ik in de coulissen stond te wachten tot we op moesten, stierf ik duizend doden. En tegelijkertijd heb ik me zelden zo lévend gevoeld ...

Sinds hun doorbraak in 1981 met  ‘Je Loog Tegen Mij’ was Drukwerk al een keer van toetsenist gewisseld: oorspronkelijk bandlid Joop May stond zijn plek af aan Hans van den Berg, die ook sax speelde en onder meer de hits ‘Marianneke’ en ‘Lijn 10’ schreef.  Maar ook Hans trok het niet meer en stopte ermee. Tijdelijk werkten de overige leden met invallers; één van hen was kunst- & cultuurjournalist van de Volkskrant Roland de Beer. Omdat ook de agenda van 1984 bomvol optredens stond (drie, vier keer in de week was eerder regel dan uitzondering) moest er snel een nieuw vast bandlid komen. Dus plaatsten ze een advertentie in De Telegraaf, in de rubriek Musici & Artiesten. De tekst luidde: ‘Topband zoekt toetsenist’. Anoniem. Postadres eronder, en dat was het. Op zaterdag 17 december 1983 stond het speurdertje in de krant. Ik las hem en dacht: welke band noemt zichzelf nou topband? Eigenlijk vooral om antwoord op die vraag te krijgen stuurde ik een brief.

SPELD IN EEN HOOIBERG
Ik studeerde op dat moment Engels aan de Vrije Universiteit. Maar niet van harte. Mijn passie was muziek; ik had klassiek pianoles, begeleidde een paar koren en speelde in een band, Tape Running. We speelden eigen repertoire, Engelstalige pop, rock, funk en reggae. Optreden deden we zelden of nooit, het was vooral oefenen en songs schrijven. Eén van de vele repetitieruimtebandjes van Nederland. Ik koesterde het verlangen om voor volle zalen te spelen, van muziek te kunnen leven, platen op te nemen met eigen liedjes, fans te hebben. Al sinds mijn elfde, twaalfde was mijn grootste droomwens om op te treden in het programma waar ik totaal verslingerd aan was: AVRO’s Toppop. Maar ja, hoe pak je dat aan? Er waren maar twee wegen: of een hit schrijven en doorbreken, of toetreden tot een band die al succesvol was. Solliciteren, met andere woorden. Dat laatste was natuurlijk een speld in een hooiberg; kans 1 promille dat er een goedlopende band op zoek is naar een nieuwe toetsenist en dan ook nog voor mij kiest.

En toch pluisde ik de Musici & Artiesten-speurdertjes in  De Telegraaf uit. Je weet maar nooit. Al twee keer eerder ging ik op auditie, bij new wave band Poison Ivy en bij synthesizerband The Mo, bekend van hits als ‘Nancy’ en ‘Fred Astaire’. Met de eerste groep klikte het voor geen meter, The Mo ging tijdens de auditieperiode uit elkaar. En toen dus die ‘topband’. Ik was mijn brief bijna alweer vergeten toen ik met kerst 1983 besloot mijn slecht verwarmde benedenwoning aan de Amsterdamse 2e Helmersstraat even te laten voor wat-ie was en bij mijn ouders in Amstelveen te crashen. Op Tweede Kerstdag ging de telefoon: Co Dehé, de manager van Drukwerk. ‘Wij zijn die topband.’ Daar moest ik inwendig wel even om gniffelen. Ik had helemaal niks met Drukwerk. Ik was fan van Yes, Genesis, Queen, Blondie, Bowie, dat werk. Maar…  ze stonden wel in Toppop! Ook diezelfde week nog, met ‘Hee Amsterdam’. Dus toen Co vroeg of ik de volgende dag naar Café Sing-Singel wilde komen voor een kennismakingsgesprek ben ik natuurlijk gegaan.

FANTASTISCHE VERHALEN
Om twee uur ’s middags stapte ik de kroeg binnen. Twee uur lang heb ik met de mannen bier zitten drinken en zitten ouwehoeren over muziek en over wat ze allemaal mee hadden gemaakt de afgelopen jaren. Fantastische verhalen! Om vijf uur moesten ze weg, ze hadden een optreden in de Bijlmerbajes, of all places. Of ik zin had om mee te gaan. Zo zag ik die avond Drukwerk tweemaal optreden, één keer voor de mannen, één keer voor de vrouwen. En ik vond ze live echt te gek.

Na afloop gingen we ook nog naar de EMI Studio’s in Heemstede waar ze bezig waren met het afmixen van de ‘Live in het Concertgebouw’-elpee. En om middernacht belandde ik met Slinger in diezelfde kroeg Sing-Singel, waar zijn woonboot tegenover lag. We dronken nog wat en ik vroeg hem: wanneer hoor ik iets?  ‘Wanneer hoor ik iets?’, zei Harry. ‘Hoezo, wanneer hoor ik iets. We gaan zo snel mogelijk repeteren natuurlijk.’ ‘Moet je me dan niet eerst eens horen spelen?,’ vroeg ik. ‘Nou, als je reageert op zo’n advertentie neem ik aan dat je iets kan. Het is voor ons vooral belangrijk dat het klikt. En dat doet het. We gaan snel repeteren en dan ergens in de loop van januari eens kijken wanneer je mee kan optreden.’

 
OVERMOEDIG
Vier dagen later, op oudjaarsavond, belde Co Dehé weer. Ik was op een feest  ergens, maar hij wist me te traceren (er bestonden nog geen mobieltjes, hè, dus dat was knap!). ‘Probleem,’ zei hij, ‘we hebben morgen een optreden, en de twee invallers dachten van elkaar dat ze dat optreden zouden doen. Maar ze kunnen allebei niet. Ik durf het bijna niet te vragen…’  Overmoedig door de alcohol riep ik: ‘Ja hoor, ik doe wel mee.’
Maar toen ik de volgende dag enigszins brak wakker werd, realiseerde ik me ineens: ik heb niet alleen nog nooit één noot met Drukwerk gespeeld, ik heb ook nog nooit één noot van Drukwerk gespeeld!

Volgende week vertel ik hoe dat afliep. En hoe die ene week 30 jaar geleden, op mijn 22e, mijn verdere leven heeft bepaald. Niet omdat mijn verhaal zo belangrijk is, maar omdat er iets waardevols van te leren is...