Voor het eerst van mijn leven ben ik op bezoek geweest in een gevangenis. Ik mag dan maandenlang in de bajes van Almere gewerkt hebben aan een achtdelige tv-serie, maar als gewone bezoeker van een gedetineerde, dat was een primeur. Het was in de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard, een vriendelijk ogend, in het lommerrijke groen verscholen laagbouwcomplex. Deze P.I. is een halfopen inrichting, waar gedetineerden zitten die een korte straf hebben gekregen of aan het eind van hun straftijd zijn. Hier word je voorbereid op de terugkeer naar de maatschappij, en je kunt er weekendverlof krijgen.
Ik was op bezoek bij Patrick K., die in Buch in de Bajes ook
regelmatig te zien is. Inmiddels is hij dus overgeplaatst van Almere naar
Heerhugowaard. Hij is de Koerd die in aflevering 3 aan Menno vertelde over zijn
jeugd vol oorlog en geweld. Alles wat hij toen heeft meegemaakt heeft ervoor
gezorgd dat, zoals hij zelf zegt, ‘vol woede zit’. Toen Menno hem vroeg waar
hij naar toe wil als hij vrijkomt, bedoelde hij of Patrick in Nederland wil blijven
of terug wil naar Bulgarije of Dubai, twee landen waar hij langere tijd gewerkt
en gewoond heeft. Maar tot zijn verbazing antwoordde Patrick: ‘Naar mijn graf.
Ogen dicht en niet meer wakker worden.’
Gisteren herhaalde hij dat nog eens tegenover mij. ‘Niet dat
ik zelfmoordneigingen heb, maar de reden dat ik doorga is omdat ik mijn
kinderen wil zien opgroeien. Maar voor de rest heeft het leven geen zin voor
mij. Om dat gapende gat van zinloosheid te vermijden, zoek ik de spanning op in
allerlei activiteiten die ertoe kunnen leiden dat je in de gevangenis terecht
komt. Maar ja, dat hoort bij mijn leven.’ Al op zijn zestiende zat hij voor het
eerst gevangen, in Irak. Hij heeft me daar nog niet in details over verteld,
maar dat moet verschrikkelijk geweest zijn.IDENTITEITSPROBLEEM
Die details ga ik wel allemaal horen, want ik ga Patrick’s biografie
schrijven. Het moet een boek worden dat niet alleen zijn turbulente
geschiedenis vertelt – hij vocht in het Koerdische verzet, deserteerde,
vluchtte naar Turkije, ging daar als croupier in het casino werken, regelde een
vals paspoort en kwam op weg naar Canada in 1991 als 22-jarige in Nederland
terecht – maar dat ook een beeld schetst van alle zinloze strijd die er op de
wereld wordt gevoerd. Want als zoon van een Joodse vader en een Koerdische
moeder is hij de verpersoonlijking van tal van tegenstellingen. Hij is tegen
wil en dank verwikkeld in een hele serie conflicten: Joden versus moslims,
Koerden versus Perzen, Iraniërs versus Irakezen, Oost versus West en – in Nederland
– allochtonen versus autochtonen. En dan natuurlijk crimineel versus justitie. En
in een deel van die conflicten is niet eens duidelijk aan welke kant hij staat,
ook voor hemzelf niet. Juist voor hemzelf niet.
Dit heeft ertoe geleid dat hij een groot identiteitsprobleem
heeft, omdat hij zich nergens bij voelt horen. Zelfs als Koerd is hij verstoten
door de Koerden, omdat hij gedeserteerd is uit het verzetsleger toen hij zich
niet meer kon verenigen met de martelingen en het grove geweld waarmee de
verzetsstrijd gepaard ging. Patrick’s
verhaal is een uitgesproken sterk voorbeeld van de onzin van strijd en geweld
op basis van religie, etniciteit of nationaliteit. En ik verheug me er enorm op
om samen met hem aan dit verhaal te gaan werken het komende jaar. Maar eerst moet er nog een ander boek af: “Kairos, of: Alleenstaande moordenaar met kind zoekt vergeving.” De release van dat boek - het levensverhaal van Gerrit Stanneveld – staat gepland voor oktober 2012.