zondag 23 december 2012

DENK JE VRIJ!

Het idee dat bij volwassenen de hersenen af zijn en zich niet meer verder ontwikkelen, is al langere tijd gelogenstraft. Als je je hersenen voldoende blijft trainen en uitdagen, doen zich steeds weer nieuwe verbindingen voor en kan je je brein tot op hoge leeftijd blijven ontwikkelen. Twee voorbeelden.
Londen heeft ruim 25.000 straten. Tegenwoordig hebben we navigatie-apparatuur, maar enige jaren geleden bleek uit onderzoek van de hersenen van Londense taxichauffeurs dat bij hen de hippocampus, het hersengebied dat betrokken is bij het ruimtelijk geheugen, aanzienlijk groter was dan gemiddeld. Met andere woorden: je kunt daadwerkelijk zien dat er veel informatie is opgeslagen. Een soortgelijk voorbeeld is waarneembaar in de hersenen van ervaren violisten, bij wie het hersengebied dat de beweging van de vingers aanstuurt groter is.

MIJN BREIN IS NIET JOUW BREIN
In het onlangs verschenen boek 'Mijn brein is niet jouw brein' van de Amerikaanse professor psychologie en psychiatrie Richard J. Davidson las ik over een experiment aan de Universiteit van Harvard dat nog een stapje verder gaat. Twee groepen vrijwilligers die geen piano konden spelen moesten een eenvoudig pianostukje instuderen waarbij je alleen je rechterhand nodig had. De ene groep deed dit met behulp van een daadwerkelijke piano: dat bij hen het hersengebiedje dat je motoriek aanstuurt na een langere periode van intensieve studie gegroeid was, laat zich voorspellen uit bovengenoemde voorbeelden. Echter, de andere groep oefende niet met een piano, maar beeldde zich in dat ze oefenden. Ze zagen de toetsen voor hun geestesoog en studeerden zo het stukje muziek in. Ook bij hen was hetzelfde hersengebiedje sterk gegroeid...

Stel dat dit met je spieren zo zou zijn! Dan kon je je simpelweg inbeelden dat je je in de sportschool aan het afbeulen bent, en zo een goddelijk lijf kweken. Languit liggend op de bank! Maar dat terzijde.

IN DE CONTRAMINE
Dat je met je gedachten je hersenen kunt veranderen, en daarmee je persoonlijkheid, je emoties en je leven, daarover gaat het boek van Davidson. Een aanrader. Maar eigenlijk wisten we dit natuurlijk allang, want we kennen bijvoorbeeld de verhalen van krijgsgevangenen die in de meest verschrikkelijke omstandigheden ongebroken bleven omdat ze zich inbeeldden dat ze heel ergens anders waren. Ook bij het maken van Buch in de Bajes 2 komen we de twee uitersten tegen: zij die zich blijven verzetten tegen elke vorm van overheersing, die continu de confrontatie opzoeken en die stelselmatig in de contramine gaan, en zij die het allemaal stoicijns ondergaan, zich in hun geest vrij voelen, zich storten op studie en zelfontwikkeling en zich focussen op het leven na detentie, of dat nu nog 1 of 20 jaar duurt. Het laat zich raden welk van de twee er het beste uitkomt. We laten beide typen aan het woord in het programma (vanaf maart te zien bij RTL4).

Het klinkt misschien zweverig, maar het is mogelijk: denk je vrij, denk je gelukkig, denk je rijk. Als we ons allemaal inbeelden en rotsvast geloven dat er over twee jaar geen crisis meer is, en dus bijbehorend gedrag gaan vertonen, is er over twee jaar geen crisis meer. Daar ben ik van overtuigd. Of ik beeld me in ieder geval in dat ik ervan overtuigd ben.

 Gezellige feestdagen! (Desnoods beeld je je in dat je het leuk hebt...)






zondag 2 december 2012

MEMOIRES VAN EEN MOORDENAAR


Op Nieuwjaarsdag 2012 kwam ik via een website die opdrachtgevers en schrijvers koppelt, in contact met Gerrit Stanneveld. Hij zocht iemand die zijn levensverhaal kon opschrijven. Als ik een beetje wilde weten wat dat verhaal inhield, moest ik maar even op gerritstanneveld.nl kijken. Dat deed ik, en ik was direct gefascineerd: Stanneveld bleek een voormalig psychopaat en moordenaar die zo’n 20 jaar van zijn leven in gevangenissen heeft doorgebracht.

 Gerrit wilde zijn verhaal opschrijven voor zijn zoontje Kairos, ‘zodat als ik er niet meer ben hij toch uit mijn eigen mond weet hoe alles precies is gegaan. Maar,’ ging hij verder, ‘belangrijker nog is hoe ik uiteindelijk antwoorden heb gevonden op fundamentele levensvragen.’ Het werd steeds interessanter! Want fundamentele levensvragen, daar lust ik wel pap van!

 Gerrit was enorm geschrokken van de prijzen die schrijvers rekenden voor het neerpennen van zijn biografie. ‘Waarom probeer je het niet zelf?’, mailde ik. ‘Ik heb geen scholing gehad niets, en het kost mij heel veel energie om iets op pappier (sic!) te krijgen,’ antwoordde hij. ‘Probeer het toch maar,’ schreef ik, ‘dan lees ik het en laat je weten of het wat is.’

En of het wat was. Het wemelde van de taal- en spelfouten, maar door zijn rauwe schrijfstijl kwam zijn verhaal aan als een mokerslag. Toen Gerrit eenmaal los was gegaan, was het hele boek in minder dan twee maanden af.

 

TBS


Gerrit groeide op in een asociaal milieu in Zuid-Limburg. “Het was een en al chaos, geweld en normloosheid. Regelmatig was ik er getuige van dat dronken mensen elkaar de koppen insloegen met autokrikken en barkrukken. Toen ik jaren later in het Pieter Baan Centrum werd  onderzocht, classificeerden ze mijn jeugd als ‘ernstige affectieve verwaarlozing’. Dat klopte wel; de enige affectie die ik kreeg was van mijn halfbroer Jan, die ik regelmatig aan zijn lul moest trekken.”

Op zijn 13e deed hij mee aan een overval op een juwelier, in familieverband. Op zijn 16e belandde hij voor het eerst in de gevangenis, na een gewapende roofoverval. De 20 jaar die volgden waren een aaneenschakeling van drugsverslaving, alcoholisme, geweld, mishandeling, gevangenisstraffen (grotendeels in isolatiecellen doorgebracht), en zelfs moord. In augustus 1993 haalde Gerrit de voorpagina’s van de landelijke kranten toen hij twee politieagenten beschoot.

Maar toen Gerrit in datzelfde jaar, op z’n 35e, vader werd van zoontje Kairos - terwijl hij in een TBS-kliniek verbleef - veranderde alles. Daar kwam bij dat hij een intense spirituele ervaring onderging in de isolatiecel. “Ik voelde de geestelijke ketenen, de misvormingen van mijn jeugd van mij afglijden, en ik huilde… ik huilde en ik huilde en ik huilde…”

 Toen Gerrit het af had, ben ik op zijn verzoek aan het redigeren geslagen. Maar elke aanpassing die verderging dan het corrigeren van een spelfout ging hem te ver. Hij wilde zo dicht mogelijk bij zijn originele, eigen versie blijven, ook al betekende dat dat het stilistisch of grammaticaal aan alle kanten rammelde. Ik adviseerde hem dan een corrector in te huren en geen redacteur, en onze wegen scheidden zich. Afgelopen maand is het boek verschenen, en Gerrit heeft gelijk dat hij zijn eigen ongepolijste schrijfstijl bewaakt heeft: het geeft het boek een bijzondere authenticiteit, inclusief (of misschien wel zelfs dankzij) alle fouten.

 

HARRY SLINGER

Op Nieuwjaarsdag 1984 speelde ik, 22 jaar oud, voor het eerst mee met Drukwerk. Hun grootste hit ‘Je loog tegen mij’ stond weken op 1 en werd platina, terwijl het eigenlijk de demoversie was, inclusief een kanjer van een basfout. Rauw en ongepolijst. In het boek van Gerrit Stanneveld draagt het één na laatste hoofdstuk de titel ‘Harry Slinger.’ Omdat zijn pasgeboren zoontje Kairos met een rood mutsje op hem aan Harry Slinger deed denken. Momenteel monteer ik dag in, dag uit samen met editor Bram Slinger, zoon van Harry, aan Buch in de bajes, een programma over criminelen en gevangenissen. Alles is met alles verbonden.

Ik hoop voor Gerrit dat ‘Kairos’ net zo’n hit wordt als ‘Je loog tegen mij.’

 

zondag 11 november 2012

EXPLOSIE VAN WOEDE

Vorige week zat ik op een afdeling van het Penitentiaire Psychologische Centrum in Vught met twee bewakers in hun glazen hok te praten, toen plotseling pal voor mijn neus een gedetineerde patiënt met een stoel de ramen in begon te rammen. Ik zat in het 'glaspad', zoals dat in het gevangeniswezen wordt genoemd. Het lukte hem om drie draadglazen ramen van een paar flinke barsten en gaten te voorzien voordat hij in een houdgreep werd genomen. In luttele minuten waren alle medegedetineerden terug hun cel in gedirigeerd, inclusief de woesteling. Er was een korte oprisping van activiteit, maar de rust werd in no time netjes hersteld door het aanwezige personeel.

Het was een leerzaam moment, want nu ervoer ik zelf hoe iemand  in één tel kan exploderen. En er lopen nogal wat levende bommetjes met korte lontjes rond in Vught. Daar worden ze voor behandeld, voor die korte lontjes. In de hoop dat als ze straks weer de straat op gaan, ze niet onmiddellijk op tilt gaan als een conducteur hen vraagt hun schoenen van de stoel te halen, als een ambtenaar hen een uitkering weigert of als een medebezoeker in een café flirt met hun vriendin. We kennen allemaal de trieste gevallen van mishandeling van hulpverleners en overheidspersoneel...

Ik proefde de metalige smaak van adrenaline en liep met de vrouw met wie ik had zitten praten mee naar buiten, waar ze een sigaretje voor de schrik ging roken. Net op dat moment werd de glasbreker geboeid afgevoerd. Zijn gezicht was vertrokken in een grimas van grote woede. 

'BESCHADIGD' PERSONEEL
Afgelopen dinsdag hebben we opnamen gemaakt op de afdeling Beheersproblematische Gedetineerden. De avond tevoren waren twee gedetineerden binnengekomen die in de gevangenis van respectievelijk Amsterdam en Leeuwarden personeel hadden 'beschadigd'. In beide gevallen belandden de slachtoffers met zware verwondingen in het ziekenhuis. Eén van de daders omschreef het moment dat hij ontplofte met de woorden: 'dan loop ik vast'. Dat 'vastlopen' gebeurde, zoals hij zei,  'omdat er voor de zoveelste keer niet naar me geluisterd werd'. Aan zijn manier van praten en kijken was overduidelijk te zien dat hij geestelijk niet in orde was. Hij ratelde aan één stuk door.

Je moet het maar durven, werken met gedetineerden met een psychische stoornis en een verleden vol agressie. Dat zal in Buch in de bajes serie 2 een belangrijk onderwerp zijn: waarom kiest iemand voor dit werk? En hoe is het om constant met dat sluimerende risico van geweldsuitbarstingen te moeten leven? Wat doet het met je als je hoort dat er weer een collega slachtoffer is geworden van zo'n explosie?

Nadat de jongeman die voor mijn neus de ramen inkinkelde was afgevoerd, vertelde één van de bewakers me: 'Eigenlijk zijn we hier blij mee. Tot nu toe heeft hij bij dit soort uitbarstingen zich gericht op personeelsleden of mede-gedetineerden, nu op de ramen. Dat is vooruitgang.' Was ik zonder het te beseffen getuige geweest van een stukje vooruitgang. You could have fooled me...

zondag 28 oktober 2012

DE SLECHTSTEN VAN DE SLECHTSTEN

Op 13 september 1848 vloog door een explosie een ijzeren staaf van 1 meter lengte en 3 centimeter dikte door het hoofd van spoorwegwerker Phineas Gage, toen 25 jaar oud. De staaf vloog door zijn linkerwang en kwam er in zijn achterhoofd weer uit. Er is niet veel voorstellingsvermogen voor nodig om te begrijpen dat daar het een en ander aan hersenweefsel verwoest moet zijn. Toch bleef Gage bij bewustzijn en kon hij na 10 weken ziekenhuis weer naar huis. Zijn motoriek, zijn zintuiglijke waarneming, zijn geheugen, alles was intact gebleven. Er was echter één opmerkelijk verschijnsel: zijn persoonlijkheid, zijn karakter, was totaal veranderd. De beminnelijke, collegiale harde werker van vóór het ongeluk was veranderd in een botte boer, chagrijnig, asociaal, ongeduldig, koppig. Zijn vrienden zeiden: 'He is no longer Phineas.' Wie hij dan wel was geworden, die overleed 12 jaar later aan epileptische aanvallen. Een verpleegster van het medisch centrum van de VU verzucht in het boek Onverklaarbaar bewoond van Bert Keizer: 'Epileptici, wat een dráken van mensen zijn dat toch.'

Phineas Gage was veranderd van Dr. Jekyll in Mr. Hyde, of in hedendaagse termen, van Marco Borsato in Louis van Gaal. Kun je dat zo'n man aanrekenen? Kun je tegen iemand zeggen die zo'n catastrofe heeft overleefd: 'Doe eens normaal man?' Hij kan het toch niet helpen dat zijn hersenen zijn zoals ze zijn, er is goddomme een ijzeren staaf doorheen gegaan, hallo! Nee, daarover zal iedereen het eens zijn: dat kun je hem niet aanrekenen. Hij is nou eenmaal zo geworden.
Maar kun je het Louis van Gaal dan wel aanrekenen dat hij een botte boer is? Die heeft geen ijzeren staaf door zijn hoofd gehad, die is met zo'n brein, zo'n persoonlijkheid geboren. Misschien als een hooligan op een dag bij hem zo'n staaf door zijn hoofd ramt, hij daarna elke journalist die op zijn pad komt een stevige hug geeft en hem complimenteert met zijn scherpzinnige vragen, wie zal het zeggen?

VERSCHRIKKELIJKE DINGEN
Twijfel slaat toe. Kun je iemand aanrekenen dat hij is zoals hij is? Dat hij heeft gedaan wat hij heeft gedaan? We lopen met het team van Buch in de bajes nu twee weken rond in de Penitentiare Inrichting Vught en hebben mensen ontmoet die verschrikkelijke dingen hebben gedaan. Sommigen lijken daarbij volkomen wilsbekwaam en berekenend gehandeld te hebben, anderen zitten op een psychiatrische afdeling of krijgen tbs omdat er, zoals we dat noemen, 'een paar steekjes los zitten.' In Vught hebben ze ze in alle gradaties. Ook 'de slechtsten van de slechtsten van de slechtsten, en daar dan weer de slechtsten van', zoals een medewerker het omschreef. De vraag daarbij blijft voor mij: zijn ze bewust slecht, met andere woorden: is het een keuze, of hebben ze slechte hersenen? Beschadigde hersenen, door aangeboren afwijkingen, door drugsgebruik, door ziekten?

De woorden 'patiënt' en 'gedetineerde' worden op een aantal afdelingen in de P.I. Vught door elkaar heen gebruikt. En dat is niet voor niets...

AANGEBOREN BESCHADIGD
Maar het zou ook kunnen dat je geboren wordt zonder vermogen tot enige empathie voor je medemens, zonder een geweten zeg maar. Want ook dat zijn voortbrengselen van de hersenen, resultaten van de evolutie van de mens. En als je hersenen hebt die daar niet toe in staat zijn, kun je daar dan verantwoordelijk voor gehouden worden? Je bent aangeboren beschadigd. Natuurlijk moet je opgesloten worden, want zo'n levende tijdbom op straat laten, dat is vragen om moeilijkheden. Maar je kunt een reiger niet verwijten dat hij je goudkarpers verslindt. Je kunt hooguit een net over je vijver spannen.

Als de staaf die door Gage z'n hoofd vloog net een centimeter dikker was geweest had het projectiel misschien wel hersenweefsel meegenomen dat Gage ervan weerhield om zijn buurman de hersenen in te slaan. En dan had hij de rest van zijn leven achter ijzeren staven door moeten brengen.

zondag 14 oktober 2012

ZELFAMPUTATIE

In de boeiende bestseller 'Wij zijn ons brein' vertelt auteur Dick Swaab over een bizarre ontwikkelingsstoornis genaamd Body Integrity Identity Disorder (BIID). Dit syndroom is verwant aan transseksualiteit: degenen die eraan lijden kunnen hun lichaam niet accepteren zoals het is. Maar in dit geval is er sprake van een vurige amputatiewens. Het brein geeft een signaal af dat een eigen arm of been niet aan het lichaam hoort en dat het eraf moet, no matter what. De gang naar de artsenij levert begrijpelijkerwijs vrijwel nooit iets op, dus gaan ze zelf aan de slag. Ze jagen een kogel door hun knieschijf, bevriezen of verbranden de onderarm of gaan doe-het-zelven met een zaag. En als het gelukt is, èn ze overleven het, zijn ze in de zevende hemel. Swaab merkt op: 'De technologie is er om na te gaan wat er bij de ontwikkeling echt is misgegaan in de representatie van het lichaam in de hersenschors. Maar daar is wel voor nodig dat dokters niet angstig zijn om betrokken te raken bij de amputatiewens, of BIID simpelweg afdoen met 'die persoon is gek'.'

Komende week reis ik met Menno Buch en de rest van het team van 'Buch in de bajes' af naar Vught waar we starten met de research voor een tweede serie afleveringen die vanaf maart 2013 door RTL4 wordt uitgezonden. De Penitentiaire Inrichting Vught is wel even andere koek dan Almere, waar we begin dit jaar de succesvolle eerste reeks maakten. Vught is vooral bekend vanwege de Extra Beveiligde Inrichting (EBI), waar de zwaarst bewaakte criminelen van ons land zitten, maar er zijn acht verschillende regimes gehuisvest met in totaal 750 plaatsen. Je vindt er bijvoorbeeld een van de vijf Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC's) die sinds 2009 in Nederland zijn opgezet. Daar worden gedetineerden met psychiatrische - en verslavingsproblemen behandeld en er wordt onderzoek gedaan naar de beste behandelmethoden. Om Swaab te parafraseren: De technologie is er om na te gaan wat er bij de ontwikkeling echt is misgegaan in het gedrag van misdadigers. Maar daar is wel voor nodig dat dokters en psychiaters niet angstig zijn om betrokken te raken bij agressie, geweld en manipulatie, of misdadigers simpelweg afdoen met 'die persoon is slecht'.

Als de vraag: Waarom doen mensen wat ze doen? ergens fascinerende antwoorden oplevert, dan is het hier. De vervolgvraag: In hoeverre zijn mensen verantwoordelijk voor hun eigen daden? is er ook één die we zeker uitgebreid aan de orde zullen brengen. Als wat Dick Swaab stelt klopt, dat wij ons brein zijn, in hoeverre kun je iemand die zichzelf of een ander wil beschadigen, verantwoordelijk houden voor zijn gedrag? En hoe verander je dat gedrag om de maatschappij te beschermen tegen de mogelijke gevolgen? Kun je mensen überhaupt veranderen? Helpt straf daarbij? Kun je sommige mensen maar beter de rest van hun leven achter slot en grendel wegstoppen?
Het worden fascinerende maanden...

 

zondag 20 mei 2012

Zinloze strijd


Voor het eerst van mijn leven ben ik op bezoek geweest in een gevangenis. Ik mag dan maandenlang in de bajes van Almere gewerkt hebben aan een achtdelige tv-serie, maar als gewone bezoeker van een gedetineerde, dat was een primeur. Het was in de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard, een vriendelijk ogend, in het lommerrijke groen verscholen laagbouwcomplex.  Deze P.I. is een halfopen inrichting, waar gedetineerden zitten die een korte straf hebben gekregen of aan het eind van hun straftijd zijn. Hier word je voorbereid op de terugkeer naar de maatschappij, en je kunt er weekendverlof krijgen.

Ik was op bezoek bij Patrick K., die in Buch in de Bajes ook regelmatig te zien is. Inmiddels is hij dus overgeplaatst van Almere naar Heerhugowaard. Hij is de Koerd die in aflevering 3 aan Menno vertelde over zijn jeugd vol oorlog en geweld. Alles wat hij toen heeft meegemaakt heeft ervoor gezorgd dat, zoals hij zelf zegt, ‘vol woede zit’. Toen Menno hem vroeg waar hij naar toe wil als hij vrijkomt, bedoelde hij of Patrick in Nederland wil blijven of terug wil naar Bulgarije of Dubai, twee landen waar hij langere tijd gewerkt en gewoond heeft. Maar tot zijn verbazing antwoordde Patrick: ‘Naar mijn graf. Ogen dicht en niet meer wakker worden.’
Gisteren herhaalde hij dat nog eens tegenover mij. ‘Niet dat ik zelfmoordneigingen heb, maar de reden dat ik doorga is omdat ik mijn kinderen wil zien opgroeien. Maar voor de rest heeft het leven geen zin voor mij. Om dat gapende gat van zinloosheid te vermijden, zoek ik de spanning op in allerlei activiteiten die ertoe kunnen leiden dat je in de gevangenis terecht komt. Maar ja, dat hoort bij mijn leven.’ Al op zijn zestiende zat hij voor het eerst gevangen, in Irak. Hij heeft me daar nog niet in details over verteld, maar dat moet verschrikkelijk geweest zijn.

IDENTITEITSPROBLEEM
Die details ga ik wel allemaal horen, want ik ga Patrick’s biografie schrijven. Het moet een boek worden dat niet alleen zijn turbulente geschiedenis vertelt – hij vocht in het Koerdische verzet, deserteerde, vluchtte naar Turkije, ging daar als croupier in het casino werken, regelde een vals paspoort en kwam op weg naar Canada in 1991 als 22-jarige in Nederland terecht – maar dat ook een beeld schetst van alle zinloze strijd die er op de wereld wordt gevoerd. Want als zoon van een Joodse vader en een Koerdische moeder is hij de verpersoonlijking van tal van tegenstellingen. Hij is tegen wil en dank verwikkeld in een hele serie conflicten: Joden versus moslims, Koerden versus Perzen, Iraniërs versus Irakezen, Oost versus West en – in Nederland – allochtonen versus autochtonen. En dan natuurlijk crimineel versus justitie. En in een deel van die conflicten is niet eens duidelijk aan welke kant hij staat, ook voor hemzelf niet.  Juist voor hemzelf niet.
Dit heeft ertoe geleid dat hij een groot identiteitsprobleem heeft, omdat hij zich nergens bij voelt horen. Zelfs als Koerd is hij verstoten door de Koerden, omdat hij gedeserteerd is uit het verzetsleger toen hij zich niet meer kon verenigen met de martelingen en het grove geweld waarmee de verzetsstrijd gepaard ging.  Patrick’s verhaal is een uitgesproken sterk voorbeeld van de onzin van strijd en geweld op basis van religie, etniciteit of nationaliteit. En ik verheug me er enorm op om samen met hem aan dit verhaal te gaan werken het komende jaar.

Maar eerst moet er nog een ander boek af: “Kairos, of: Alleenstaande moordenaar met kind zoekt vergeving.” De release van dat boek - het levensverhaal van Gerrit Stanneveld – staat gepland voor oktober 2012.




zondag 6 mei 2012

Loser!




‘Weet je nog, toen Twitter niet bestond? Moest ik goddomme elke dag 700 mensen bellen om te vertellen wat ik gegeten had.”

Maar Twitter heeft ons ook goede dingen gebracht. Toen Twitter niet bestond moest je het als tv-maker hebben van de recensies in de pers en van de mensen die in de kroeg of op verjaardagen best even wilden vertellen wat ze van het programma dat je maakt vonden. Maar nu kun je terwijl het wordt uitgezonden de reacties van de kijkers al meelezen. Dat is in het geval van Buch in de bajes een overwegend prettige gewaarwording, want twitterend Nederland is behoorlijk positief.
“Prachtig." “Bijzonder.” “Indrukwekkend.” “Heftig.” “Boeiend.” “Interessant.” “Briljant.” “Ik hou van dat programma.”  “Wat een mooi programma.”

Ook over Menno worden (terecht, wat mij betreft) fijne dingen gezegd. “Toch bijzonder. Menig journalist interviewt slechter dan Buch.” “Je kan zeggen wat je wil, maar interviewen kan Buch goed.”  “Ik vind die Buch een hele goed interviewer/reporter of wat die ook is.”

Niet iedereen is blij met Buch hoor. De mooiste vond ik: “Ik heb nu al een schijthekel van die kerel.” (cursivering is van mij).
Ik hou sowieso van mensen die heel hard domme dingen roepen en dan denken dat ze slim overkomen. “Die directrice is communicatief wel zó zwak. Hoe komt die in Godsnaam in zo'n functie terecht?” Nee, dan snap je precies hoe het zit.

LUILEKKERLAND
Veel tweets gaan over het gevangeniswezen, en meestal vindt men dat we te soft zijn en dat het allemaal wel een paar tandjes  strenger mag. “Gevangenis is een luilekkerland. Ze mogen eigen kleding aan, zelf rondlopen (sic!) etc.” “Ik ken verpleeghuizen waar bewoners het slechter hebben dan in de gevangenis.” “Zo wil ik ook wel wakker worden: kopje thee of liever koffie? Een of twee boterhammen?”

Op water en brood en 24 uur per dag achter de deur, dat is wat veel Twitteraars vinden. Toen een gedetineerde in een promo zei: “Ik wil naar m’n graf. Ogen dicht en niet meer wakker worden”, twitterde een man: “Nou tief op dan. Opgeruimd staat netjes.” Tja…
Over diezelfde gedetineerde, een Iraniër met een oorlogstrauma en een afgetraind lichaam met bovenarmen als boomstammen, zei een andere Twitteraar: “Stoere bink met zijn grijze hempje. Loser!” Ik heb even gekeken wie die Twitteraar was, en dan zie je een wat vadsige sukkel  met een bierbuik die trombone speelt in een dweilorkest. En die heeft het dan over “Loser”.  Als hij die Iraniër op straat tegenkomt, rent ie gillend om zijn moeder met zijn schuiftrompet tussen zijn benen naar huis.

AANDACHT
Soms Twittert iemand iets wat bij mij de gedachte oproept: kennelijk hebben we het niet duidelijk genoeg uitgelegd. Zoals deze:  “Jongejonge .. moet je dat nu zien. De hele mobiele eenheid uitgerukt voor 1 persoon.” Daar begreep ik ook niets van toen ik het de eerste keer met eigen ogen aanschouwde in het begin van onze researchperiode. Maar het heeft absoluut een reden. Ogenschijnlijk normale gedetineerden zijn soms volstrekt onberekenbaar en kunnen van het ene op het andere moment zeer agressief worden. Waarschijnlijk kan je hem met z’n tweeën dan ook wel aan, maar dan moet er wel geweld aan te pas komen, en dan wordt het dus klappen uitdelen. Mogelijk letsel, ziekenhuisopname, kost ook weer een hoop geld. Met zes man in ME-outfit duik je er simpelweg bovenop en is het klaar. Kansloos. Schoon, netjes en snel opgelost.

Ook de volgende commentaren kan ik begrijpen:  “Waarom wordt er zoveel aandacht aan dit soort gajes gegeven?”  “Die mensen zitten er niks voor niks! En wat doen wij? Wij geven ze aandacht!” Klopt, we geven ze aandacht. Maar als er sprake is van slachtoffers, dan worden die door Justitie van tevoren ingelicht dat de dader of de verdachte op tv komt. En er zijn gedetineerden die wel mee wilden werken maar die wij geen aandacht hebben gegeven, omdat wij vonden dat niemand daar bij gebaat was. De gedetineerden die je wel ziet in Buch in de bajes hebben een verhaal waar wij van denken: dat draagt bij aan de maatschappelijke discussie over zin en onzin van gevangenisstraf. Vanavond in aflevering 4 een nietsontziende, keiharde beroepscrimineel  en een bolletjesslikker die op Schiphol is gepakt met 750 gram coke in zijn lijf. Luister naar hun verhalen en oordeel zelf. Daarom ook is de tweet van  Henriëtte van Dillen een van mijn favorieten:

Mooi programma. Al die mensen met een verhaal…”


zondag 29 april 2012

What's in a name

Wat mij al snel opviel in de bajes van Almere bij het maken van Buch in de bajes, was dat de gedetineerden door het personeel worden aangesproken met ‘u’ en ‘meneer’. Ik heb daar verder geen oordeel over, het is een gegeven. Professionele afstand, vermoed ik. Een gegeven dat wel voor de nodige communicatiestoornissen zorgde, want als wij tegen een bewaarder of een afdelingshoofd zeiden: ‘We komen voor een interview met Volkan’ of ‘Is Yasin al uit de iso?’, dan hadden ze geen idee over wie we het hadden. Zij kennen de voornamen van hun tijdelijke bewoners niet.

Gelukkig zijn er ook een aantal bij wie we dat probleem niet hadden. Ze dragen namen als Kongo of Portis of Saddam, en ze worden door het personeel Meneer Kongo, Meneer Portis of Meneer Saddam genoemd. Dus wisten we over en weer altijd over wie we het hadden. Nog belangrijker: de kijker kan het beter volgen. Alle boeven moeten geblurd worden, dus een herkenbaar etiket middels een naam is dan wel een handig middel tot identificatie, zeker bij gedetineerden die in meerdere afleveringen terugkeren. ‘Ah, die vlek is die Portis weer die vorige week helemaal uit zijn plaat ging!’ Helder en duidelijk.

Not.

Er had natuurlijk een lichtje bij ons moeten gaan branden. Waaróm worden ze Meneer Kongo, Meneer Portis of Meneer Saddam genoemd? Omdat dat hun achternamen zijn, dummy. En wij mogen geen achternamen gebruiken, een verschijnsel dat we allemaal kennen uit de media waar we lezen en horen over Willem H., Volkert van der G., Keith B. en Robert M. Dus als Menno tegen Meneer Kongo zegt: ‘Hé, Kongo, hoe was het op de rechtbank?’, dan moeten we Kongo wegknippen of –piepen. Met als gevolg dat je helemaal geen naam meer hebt om iemand mee te duiden. Behalve in de naamtitel dan. Maar dan staat er Ardin K. of Virgil P., terwijl helemaal niemand hen ooit Ardin of Virgil noemt. Eigenlijk zinloos. Ze zijn zélf bijna vergeten dat ze zo heten.

Wat mij fascineert is: hoe komt het dat hun achternaam hun roepnaam is geworden? Wij kennen wel Prince, Madonna, Gordon, Anouk, kortom: mensen die beroemd zijn geworden met alleen hun voornaam en van wie de achternaam (respectievelijk Nelson, Ciccone, Heuckeroth en Teeuwe) vrijwel onbekend is. In sport en politiek is het gebruik van alleen de achternaam wel gangbaar: Cruyff, Wilders, Teeven, Gullit, Rutte, Balkenende, Van Basten, etc. Maar ik denk niet dat Estelle thuis zegt: ‘Gullit, wil je nog koffie?’ of ‘Gullit, zet jij de vuilnisbak even buiten.’ Bij Kongo, Portis en Saddam is dat dus wel het geval: iedereen noemt ze zo, vrienden en familie incluis. Wonderlijk.

Bij Portis heeft het trouwens een aardig bijkomend voordeel. Hij vertelt vanavond op tv aan Menno: ‘Mijn broers, neven, ooms zitten ook vast in dezelfde zaak. 10 man in totaal.’ Vrouwenhandel, overigens. En als die verdachten allemaal Portis heten, dan heeft Justitie daar een leuke kluif aan! Officier: ‘Heeft Portis u achter de ramen gezet?’ Getuige: ‘Nee, Portis niet. Het was Portis. Samen met Portis.’

P.S. De namen Kongo, Portis en Saddam zijn - uiteraard - gefingeerd.

zondag 15 april 2012

Buch in de bajes

Vanavond wordt op RTL4 dan eindelijk de eerste aflevering van Buch in de bajes uitgezonden , de 8-delige serie waarin we het dagelijks leven in de gevangenis van Almere laten zien. Ik zeg 'eindelijk', omdat het al zo'n 5 maanden geleden is dat ik door Nicole, de vrouw van Menno Buch, werd benaderd of ik de eindredactie van dit programma wilde doen. Op dezelfde dag kreeg ik te horen van zowel SBS Producties als CCCP dat ik de eerste maanden van 2012 voor ze kon komen werken, maar ik heb er geen seconde over getwijfeld: Buch in de bajes, dat is wat ik ga doen!
Op 23 januari hebben Menno, Nicole, productieleider Mark van Wengen, productie-assistent Luuk Kuijpers en ik onze intrek genomen in een kantoor in de Penitentiaire Inrichting Almere. Voordat we überhaupt een camera uit de kist haalden, hebben we eerst ruim een maand rondgelopen en uitgebreid gesproken met directie, staf, bewakers, beveiligers, geestelijk verzorgers, de tandarts, de dokter, de bibliothecaresse, de kapster, enzovoorts. En natuurlijk met gedetineerden. Dat is wel even wennen, kan ik je vertellen, om te socializen met mensen die verdacht worden van zaken als moord, doodslag, vrouwenhandel, gewapende overvallen, of kindermisbruik. Maar dat was het doel van die eerste periode: wij moesten aan hen wennen, zij aan ons. Zodat op het moment dat we echt gingen filmen niemand meer opkeek van onze aanwezigheid.

BIZAR SCHOUWSPEL
Nog even terug naar het allereerste begin: op de eerste dag dat ik 's ochtends om half 9 door onze begeleider Hans Böke naar mijn werkplek werd begeleid, werden we verzocht even te blijven staan en de gang vrij te houden. Er werd net een gedetineerde door het Interne Bijstands Team (een soort eigen gevangenis-M.E.) naar de isolatiecel gebracht. Het gaf het gevoel alsof je voor de spoorbomen staat te wachten tot er een trein voorbijkomt. En toen het menselijke treintje inderdaad voorbijkwam, was dat een nogal bizar schouwspel. Er liepen zes met helmen, wapenstokken en schilden uitgeruste bewakers voorbij met tussen hen in een schriel Marokkaans ventje van rond de 20, met een grote grijns op zijn gezicht. Waar is dat voor modig, vroeg ik me af. Een beetje dat beeld van het kanon en de mug. Enfin, het zal wel zo horen, gedurende de research komen we er wel achter wat er ten grondslag ligt aan dit protocol.

SILENCE OF THE LAMBS
Diezelfde middag werden we meegenomen om een kijkje te namen op de isolatie-afdeling. Ondanks de redelijk vrolijke, zachte kleuren waarmee wanden en deuren geschilderd zijn, een naargeestige afdeling. Al bij binnenkomst werden we geconfronteerd met een hels kabaal: in één van de cellen stond iemand te schreeuwen en te tieren en tegen de deur te beuken. Zo'n deur zou in een flinke bankkluis niet misstaan, maar toch schudde het gevaarte heen en weer van het geram van die opgesloten woesteling. Ons werd uitgelegd dat het Interne Bijstands Team wederom was opgeroepen om de directeur te beschermen bij het betreden van de cel; hij ging de woesteling uitleggen dat als hij niet ophield met die herrie, hij er nog een paar dagen iso bij kon krijgen. Je begrijpt dat wij inmiddels het gevoel hadden dat we middenin een thriller à la Silence of the Lambs waren beland.

DOOR HET LINT
Lang verhaal kort: het IBT arriveert, de cel wordt opengemaakt en wie zien we? Datzelfde schriele Marokkaantje dat we die ochtend door de gang hadden zien lopen temidden van zes stoomlocomotieven. Totaal door het lint! En dan begrijp je ineens waarom zo'n overwicht nodig was.
Vanavond in de eerste aflevering zien we - onder andere - een soortgelijk tafereel. Alleen gaat het dit keer niet om een schriel mannetje, maar om een boom van een vent van tegen de twee meter... Veel kijkplezier!