zaterdag 20 augustus 2011

NIET LULLEN MAAR VULLEN

Afgelopen week interviewde ik striptekenaar Toon van Driel voor mijn pagina in de Zandvoortse Courant. Afgezien van dat Van Driel een groot humorist is met een bewonderenswaardig constant niveau in de 38 jaar (!) dat hij nu al bezig is, is vooral zijn productiviteit verbluffend. Hij tekent zeven strips per dag, zes dagen in de week, voor in de Telegraaf, het AD, de Metro en op Nu.nl. Zelfs tijdens zijn vakanties tekent hij gewoon door. Hij is nu 66, maar van stoppen met werken heeft hij nog nooit gehoord. (‘Pensioen? Ik weet niet eens wat het is.’) Sterker nog, hij barst van de nieuwe initiatieven, mede ingegeven door de afkavelende oplagecijfers van de kranten, die hem het gevoel geven dat hij naar alternatieve kanalen op zoek moet om zijn omzet op peil te houden.
‘Ik heb nu NLMV bedacht, Niet Lullen Maar Vullen,’ vertelt hij. ‘Ik maak dan een tekening en vraag mijn Twittervolgers om mij een tekstje te tweeten. En dan zet ik op maandag een top 25 op Twitter. Jochem Myjer doet ook mee, en Jeroen van Koningsbrugge vult er ook wel eens een in. Ik heb een keiharde vaste kern van mensen die goed zijn. We hebben nu een pagina gemaakt zodat ze op elkaar kunnen stemmen. Dat interactieve format kun je natuurlijk ook naar Facebook brengen en dan mensen stimuleren om leuker te zijn dan Toon. Ik heb een gastjury, dan deed ik zelf anoniem mee en dan won ik niks!’

STUDIO KNUDDE
Toon van Driel ziet zijn creaties FC Knudde, Stamgasten, Familie Weltevree en Wibo & Gorp als sterke merken. ‘Mensen houden van merken en labels, nog meer dan vroeger. Dus ik zit te denken: wat kan ik nog meer met Knudde, ga ik de animatiehoek in, maak ik een sportprogramma waarin ik de draak steek met alle sportprogramma’s - Studio Knudde? Of ga ik Weltevree als toneelstuk maken, over alle soorten huwelijken die er zijn, en dat zijn er eigenlijk twee: slechte en heel slechte. Met de huidige techniek kun je de stripfiguren laten bewegen op het toneel, en dan heb je mooi theater. Als ik dat bij de Telegraaf ga zeggen, zegt iedereen: goh, wat een leuk idee, Toon. Maar kom je op een lager niveau binnen dan de hoofdredacteur, dan hoor je: briljant, gaan we doen, totdat hij het aan z’n chef geeft. Want die heeft het niet bedacht. Die pesten elkaar de tent uit, en daarom gaat er geen enkel project ooit door. Bij de televisie is het nog erger: als het ene opperhoofd iets gekocht heeft, dan hoor je drie weken niks, en dan is ie vervangen door een ander. Op een gegeven moment denk ik: ik hou ermee op om al dat soort kerels te bezoeken, ik doe het maar zelf op internet. Alleen krijg je dan: wie betaalt daarvoor? Geen hond. Ik ben nu op een punt dat ik denk: ik ga naar Mallorca, ik ga schilderen. Want dat is een verdienmodel. En ik ga Knudde-games laten maken, want de EK komt eraan, en daarna de WK. Ik moet niet steeds achter kerels aan blijven hollen die ik het licht breng, want ze zien het licht toch niet.’

NIEUWE ECONOMIE
Een zeer creatief en productief man met een dagelijks miljoenenpubliek komt dus met nieuwe plannen en ideeën naar de oude media toe en die pakken dat niet op. In de nieuwe media is er nog onvoldoende mogelijkheid om geld te verdienen. Maar je kunt op je vingers natellen dat er een situatie gaat komen waarin dat allemaal verandert. Een nieuwe economie, die zal groeien op de puinhopen van de oude die nu met donderend geraas aan het instorten is. Echte creativiteit laat zich nooit verloochenen, zeker niet als die wordt gecombineerd met een grote werkdiscipline, dus er zal altijd een plek zijn voor de Toon van Driels van deze wereld.